Koning Leopold I (met Epauletten) oud Koning van België, 10 cent (DIX CENTs), bruin, postzegel

land: België (Belgique)
code: 1
onderwerp: Leopold I (Epauletten)
thema: Koning
soort zegel: postzegel
aantal zegels per vel: 200
oplage: 5250000
soort tanding: ongetand
kleur: bruin
papiersoort: handgeschept papier, perkamentachtig
graveerder (gravure): Robinson H.
gravuurtype: Diepdruk
ontwerp: Baugniet Ch.
vormcillinder (boekdruk): Algemene Werkplaats van het Zegel te Brussel
jaar: 1849
uitgave datum: 1/7/1849
postwaarde: 10 c (DIX CENTs)

opmerkingen:
buiten gebruik vanaf 1/7/1866

uitleg / thema:
Leopold I. Watermerk: twee ineengevlochten hoofdletters 'L' in kader. Het watermerk staat niet altijd centraal Op 6 mei 1840 zagen de eerste postzegels in Engeland het dankzij de volharding van Rowland Hill, wiens familienaam legendarisch is geworden. De Belgische Post stuurde een inspecteur, Louis Bronne, naar onze buren om deze nieuwe betalingswijze te bestuderen. Hij beval dan ook aan een lagere uniforme taks te innen, de post dagelijks te bestellen, daadwerkelijk in 1841, en de postdiensten te reorganiseren om het hoofd te bieden aan de constante toename van het opgehaalde, vervoerde en uitgereikte volume post. Zijn eerste voorstel deed echter vrezen dat de financiële verliezen te hoog zouden oplopen en daarom werd de invoering uitgesteld. Niettemin drongen de handelaars erop aan dat het geheel van de post minder, maar vooral op uniforme wijze zou worden belast. Na veel interventies in het parlement werd de wet op 24 december 1847 gestemd. Artikel 4 van deze wet voorziet in het gebruik van postzegels op zendingen, Dit was het begin van een noodzakelijke hervorming om de handel en industrie te stimuleren, maar ook om mensen van bescheiden rang in staat te stellen te corresponderen met hun familie. Deze belangrijke tariefhervorming van 1 juli 1849 - publicatiedatum van het koninklijk besluit dat de wijze van uitvoering van de wet van 24 december 1847 bepaalt verduisterde enigszins de geboorte van de postzegel. Deze hervorming was gebaseerd op twee hoofdmaatregelen: de vereenvoudiging van de frankeerkosten voor brieven: twee afstands- en gewichtsschalen werden gebruikt voor de berekening: 10 centime als de afstand tussen het kantoor van herkomst en bestemming niet meer dan 30 km bedroeg en 20 centime voor alle andere afstanden in het land. Deze tarieven bleven geldig tot in 1919. De invoering van de frankering vooraf, met als logisch gevolg de invoering van postzegels. Voordien werd het briefport voldaan door de geadresseerde. Het gebruik van postzegels stimuleerde het postverkeer. In 1839 haalde het Belgische postbestuur slechts 7.037.443 brieven op, of minder dan 2 per persoon.Twee jaar na de hervorming, telde men 9 miljoen brieven en in 1860 werden 17,5 miljoen brieven verstuurd. Uiteraard is dit niet te vergelijken met de 3 miljard stuks die in 1998 werden uitgereikt. De vervaardiging van deze twee postzegels werd georganiseerd door Jacob Wiener (1815-1899), een gedreven graveur afkomstig uit het Rijnland die bekendheid verwierf door zijn vaardigheid in het graveren van medailles. Het was echter een medewerker van de Engelse firma Perkins & Bacon, Robinson, diepdrukgraveur van boekillustraties en portretten, die de moederplaat heeft gegraveerd en de destijds zeer in trek zijnde schilder van Brusselse afkomst, Charles Baugniet, die het portret van de koning heeft getekend. Het drukken vond plaats in een werkplaats, geïnstalleerd in een van de bijgebouwen van het oude spoorwegstation van Brussel (Groendreef), volgens de diepdruktechniek. Dit is een procédé in meerdere fasen. In de eerste fase wordt in een metalen plaat op ware grootte, in reliëf en omgekeerd, de postzegel gegraveerd. Als de plaat verhard is d.m.v. een chemisch procédé, gaat men vervolgens over tot de aanmaak van het molet, een cilinder die eveneens wordt verhard in reliëf en met de goede kant naar boven de originele gravure zal opnemen. Ten slotte wordt dit molet over een drukplaat "gerold" (moleteren) die eveneens wordt verhard. Bij het drukken wordt de plaat met drukinkt bedekt en daarna zodanig afgewist dat er alleen nog in de holten inkt achterblijft. Vervolgens wordt er een vooraf bevochtigd vel papier op aangedrukt. Als de inkt opdroogt zet deze zich vast op het papier en vormt er een licht reliëf dat overeenstemt met de trekken van de gravure. Het papier, van veranderlijke dikte, werd met de hand vervaardigd en het watermerk was samengesteld uit twee ineengevlochten letters "L". Gedrukt op 5.250.000 exemplaren, bestond de zegel van 10 centime in veel nuances: donkerbruin, zwartbruin, grijsbruin, acajoubruin, enz. Wat de zegel van 20 centime betreft varieert het kleurenpalet van melkachtig blauw tot zwartblauw. Van 1849 tot 1860 werd er voor meer dan 24 miljoen frank van verkocht. Later had de progressieve toename van het aantal correspondentiestukken de invoering van andere zegels tot gevolg, m.n. de waarden van 30 centime en 1 frank. De filatelie kon ontstaan.

Timbre du roi Léopold I (Epauletten), ancien roi de Belgique, 10 cents, brun (Français-

pay: Belgique
code:
rubrique:
thème:
type de timbre: timbre-poste
nombre de timbres par feuille: 200
circulation: 5250000
genre de dents: édenté
couleur: brun
type du papier: papier à la main ou de parchemin, de tri
homme de gravure (gravure): Robinson H.
type de gravure: taille-douce
design: Baugniet Ch.
forme du cillinders (press): Centre de travail général de la marque à Bruxelles
année: 1849
date de publication: 1/7/1849
valeur postal: 10 c

commentaires:
déclassés sur 1/7/1866

explication / thème:
Léopold II. Filigrane: deux majuscules entrelacées «L» dans son contexte. Le filigrane n'est pas toujours au centre sur le 6 mai 1840 a vu les premiers timbres en Angleterre Merci à la persévérance de Rowland Hill, dont le nom de famille est devenue légendaire. La poste belge a envoyé un inspecteur, sources Louis, nos voisins à ce nouveau mode de paiement à l'étude. Il a donc recommandé à des frais de norme inférieure pour recueillir le Daily Mail à l'ordre, à compter de 1841, les services postaux et de réorganisation pour faire face à l'augmentation constante de la chercher, réalisé et publié un volume de courrier. Sa première proposition a toutefois craindre que les pertes financières étaient trop élevées et a donc reporté l'introduction. Néanmoins encouragé les opérateurs à veiller à ce que la totalité du moins, en particulier d'une manière uniforme seraient imposés. Après de nombreux discours au Parlement a été la loi du 24 Décembre 1847. L'article 4 de cette loi prévoit l'utilisation de timbres-poste sur vos envois, ce fut le début d'une réforme indispensable pour le commerce et l'industrie pour encourager les personnes de rang modeste de correspondre avec leurs familles. Cette réforme importante des tarifs douaniers de 1 Juillet 1849, date de publication de l'arrêté royal que les modalités d'application de la loi du 24 décembre 1847 détermine quelque peu obscurci la naissance du timbre-poste. Cette réforme repose sur deux mesures principales: la simplification des frais de port pour les lettres: deux échelles de poids à distance et ont été utilisés dans le calcul: 10 centimes que la distance entre l'Office d'origine et de destination ne dépasse pas 30 km, et 20 centimes pour toutes les autres distances dans le pays. Ces taux restent valables jusqu'en 1919. L'introduction de l'affranchissement à l'avance, comme une conséquence logique de l'introduction des timbres-poste. Avant cela, le port lettre a été pris en charge par le destinataire. L'utilisation de timbres-poste de la circulation stimuleerde. En 1839, il est passé par l'administration belge postal seulement 7.037.443 lettres, soit moins de 2 par personne. deux ans après la réforme, il ya eu 9 millions de lettres et en 1860 était de 17,5 millions de lettres envoyées. Bien sûr, ce n'est pas de la comparer avec les 3 milliards de pièces qui ont été attribués en 1998. La fabrication de ces deux timbres a été organisée par Jacob Wiener (1815-1899), un graveur passionné vient de la Rhénanie que la publicité générée par son habileté dans la gravure de médailles. Toutefois, il a été membre du cabinet anglais Perkins & Bacon, Robinson, graveur en taille-douce de boekillustraties et portraits, dont la mère a gravé la plaque et le très populaire à l'époque que la peinture d'origine à Bruxelles, Charles Baugniet, que le portrait de la King. Impression a eu lieu dans un milieu de travail, installé dans une des dépendances de l'ancienne gare de Bruxelles (vert conduisait), conformément à la technique de taille-douce. C'est un processus en plusieurs étapes. Dans la première phase d'une plaque de métal à taille réelle, emboss, et vice versa, les frais de port ciseau. Si la plaque est un solidifié par procédé chimique, on procédera ensuite à la création de l'Molet, un cylindre qui a également solidifié en relief et dans la bonne direction au-dessus de la gravure originale. Enfin, il s'agit d'une plaque d'impression Molet «roulées» (moleteren), qui est également solidifié. Lorsque vous essayez d'imprimer l'encre d'impression plaque, puis à afgewist sauf dans les cavités de l'encre. Il crée ensuite une feuille de papier humidifié à aangedrukt. Si l'encre peut être effacée Hounds déroulant sur le papier et s'il ya un léger relief qui correspond au tirage de la gravure. Le papier, l'épaisseur variable, ont été faites à la main et le filigrane était composé de deux lettres entrelacées "L". Imprimé sur 5.250.000 exemplaires, a été le sceau de 10 pouces dans de nombreuses nuances: noir, noir, marron, brun, acajoubruin, etc Que le sceau de 20 pouces sur la palette de couleur varie du bleu laiteux au bleu noir. De 1849 à 1860, a plus de 24 millions de francs de chiffre d'affaires. Plus tard, l'augmentation progressive du nombre de pièces de correspondance à l'introduction de l'effet d'autres timbres, c'est à dire les valeurs de 30 centimes et 1 franc. Philatélie pourrait voir le jour.

valeurs / variété / présents
Timbre de menthe: / /
classement: / /
dans une lettre: / /

King Leopold I (Epauletten), old stamp, first King of Belgium, 10 cent, Dix Cents, brown